top of page

The Machine Gaze

Above is the try-out version of the photobook

In 'The Machine Gaze' onderzoek ik de visuele taal die we kennen van beveiligingscamera's; het automatisch gegenereerde beeld. 
Voorgeprogrammeerd om willekeurig een stroom van beelden te leveren, kenmerkt deze beeldtaal zich door emotionele afstand, ambiguïteit, onverschilligheid voor het beslissende moment en een gebrek aan expressie. Zo wordt de camera een buitenaardse verkenningssonde, een stoïcijns rapporterende getuige van een wereld waarin hij nauwelijks deelgenoot is, die hij niet begrijpt en waarmee hij geen band heeft. Zijn beeldgetuigenissen zijn onvolkomen en vervreemdend.

Het is juist in deze onvolkomenheden waar een kunstenaar de poëzie zoekt en vindt. Een op het oog doodgewoon parkje openbaart zich als een spookachtig schouwspel waar kinderen en volwassenen betrapt worden in hun eigen wereldje, zonder zich bewust te zijn gadegeslagen te worden.
Een machinale poëzie is het gevolg. 
 

In 'The Machine Gaze'  I explore the visual language we know from CCTV: the automatically generated image. Pre-programmed to provide a random stream of images, this imagery is characterized by an emotional distance, ambiguity, indifference for the decisive moment, and a lack of expression. The camera becomes an alien reconnaissance probe, a witness stoically reporting of a world of which it is barely part of, which it does not understand and with which it has no bond. His image testimonials are flawed and alienating.
It is in these flaws that an artist looks for and finds the poetry. An ordinary park reveals itself as a haunting spectacle in which both children and adults are being caught in their introspections, unaware of being monitored ruthlessly.
A machine-poetry is the result.


 

bottom of page